“Bouwen aan vertrouwen” na fraudelijsten van de Belastingdienst en toeslagenaffaire extra hard nodig

DGA op de korrel door de Belastingdienst

Bouwen aan het vertrouwen van burgers en ondernemers, dat is de rode draad in het jaarplan van de Belastingdienst voor 2022. Om dit goed te kunnen doen is het  volgens de Belastingdienst belangrijk dat zij problemen en knelpunten vroegtijdig signaleert en zorgt voor praktische oplossingen die mensen verder helpen. Dit is een mooi streven, maar na  de recente ‘Toeslagenaffaire” en de frauderisico-inschattingen die de Belastingdienst met name op basis van nationaliteit heeft gemaakt, heeft de Belastingdienst  nog een lange weg te gaan.

Advieskantoor PwC onderzocht recent nog de Fraude Signaleringsvoorziening (FSV) van de Belastingdienst. In twee onafhankelijke onderzoeken wordt een hard oordeel geveld over het optreden van de Belastingdienst om mensen met een bepaalde nationaliteit en ‘daderprofiel’ op een fraudelijst te plaatsen. Niet alleen werden burgers aangemerkt als fraudeur, hun data werd ook uitgewisseld met een breed palet aan instellingen. PwC constateert dat FSV in het toezichtproces van particulieren een registratie- en raadpleegfunctie vervulde waar de daarin geregistreerde burgers negatieve effecten van hebben ondervonden.

De FSV van de Belastingdienst lette in het verleden bijvoorbeeld op mannen met een niet-westers voorkomen, die in het bezit waren van dure auto’s. Dat blijkt uit antwoorden van staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) op vragen vanuit de Tweede Kamer.

De staatssecretaris vindt de hele gang van zaken ernstig en noemt de beschrijvingen in de handleidingen “discriminatoir”. “Je mag niet oordelen op basis van persoonlijke kenmerken.” Maar van racisme is volgens hem geen sprake.

In 2022 wil hij zich meer richten op het  bouwen aan het vertrouwen van burgers en ondernemers. Hij wil meer werken vanuit “de menselijke maat” . Dit antwoordt staatssecretaris Van Rij op vragen die gesteld zijn bij het Jaarplan Belastingdienst 2022.

In de beantwoording van de vragen die gesteld zijn bij het Jaarplan 2022 maakt hij mede kenbaar dat de Belastingdienst dit jaar een project zal starten onder de naam “onverklaarbare uitgaven”. Daarmee wordt bedoeld grote uitgaven van burgers die volgens de gegevens van de Belastingdienst niet over een groot vermogen beschikken. Voorbeelden van signalen kunnen zijn aanschaf van auto’s of dure horloges met contant geld door burgers zonder vermogen dat bekend is bij de Belastingdienst. Binnen het project zullen deze signalen onderzocht gaan worden.

Daarnaast maakt hij nogmaals kenbaar dat belastingadviseurs die op enige wijze betrokken zijn bij belastingfraude op dezelfde wijze aangepakt worden als de frauderende burger of het frauderende bedrijf zelf. De inspecteur kan hen bestuurlijk beboeten of de officier van justitie kan hen strafrechtelijk vervolgen.

Wij maken ons zorgen over deze ontwikkeling. Aan de ene kant zien we dat de Belastingdienst het discriminatoire werken afzweert, maar tegelijkertijd worden er nieuwe projecten aangekondigd waarbij het zomaar zou kunnen dat overijverige ambtenaren toch weer verboden lijstjes gaan aanleggen. Hoe gaat de Belastingdienst op zoek naar personen met activa die niet in de aangifte zijn opgenomen? Hoe worden deze lijstjes samengesteld? Wat als achteraf blijkt dat dit toch weer lijstjes zijn met vooral personen met een allochtone achtergrond zijn? Worden deze mensen dan niet ook direct weer als potentiële criminelen behandeld, terwijl terzake nog niets is bewezen? Wij houden ons hart vast.